Zijn verhaal levend houden

8 februari 2024

“Ik ben echt een papa’s kindje. Toen ik zes was, kocht hij een babyblauwe Volkswagen Karmann Ghia uit 1969. We maakten toertochten door Nederland, gingen samen weekendjes weg. We zijn geen praters, maar konden heel goed stil zijn naast elkaar.” Als Lizzy zestien is, overlijd haar vader aan alvleesklierkanker. Het heeft een enorme impact op haar jonge leven. Ze heeft moeten leren praten over haar emoties. “Ik wilde niet emotioneel worden, niemand tot last zijn.”

Kees, de vader van Lizzy, was 51, stond midden in het leven, keek uit naar zijn nieuwe baan, had net een nieuwe auto gekocht. Tijdens de zomervakantie in Limburg samen met zijn vrouw en dochter, at hij ineens een stuk minder, kreeg pijn. De dokter schreef een antibioticakuur voor op vermoeden van een parasiet, maar dat hielp niet. Inmiddels weer thuis volgde test na test. Voor de laatste test werd Kees en zijn vrouw gevraagd of ze eerder naar het ziekenhuis wilden komen. Lizzy vertelt: “Ik was zestien, had niets in de gaten, maar mijn ouders vermoedden direct dat het niet best was.” Helaas kregen ze gelijk: de laatste scan liet een tumor zien, ter grootte van een tennisbal, in z’n alvleesklier. Er was niets meer aan te doen; de artsen stuurden hem naar huis met de boodschap dat hij nog drie tot zes maanden te leven zou hebben.

Ontkennen wat er echt gebeurde

Thuis vertelde hij het aan dochter. Lizzy: “Het eerste wat ik zei was ‘Dat kan niet!’. Ik barstte in tranen uit, had ook helemaal niet verwacht dat het zo heftig zou kunnen zijn. Mijn vader en ik zijn beiden geen praters, dus ik trok al snel een muur op. Ik was net van de MAVO naar de HAVO gegaan, had nog geen vrienden. Dat was heel dubbel: niemand begreep mijn verhaal, maar tegelijkertijd was het ook een vlucht, om niet thuis te hoeven zijn. Leren, leren, leren en ontkennen wat er aan de hand was. Ik ben zelfs nog met school naar Rome geweest. Maar toen ik terugkwam, stond hij niet op het schoolplein, dat kon toen niet meer.”

Party Knaks en sigaretten

Kees kreeg nog een behandeling aangeboden, waarmee hij zijn leven drie maanden zou kunnen verlengen. Hij besloot dat niet te doen. “Hij wilde gewoon thuisblijven, zo veel mogelijk thuis zijn. Daar hebben we ook alles voor gedaan en gelukkig is dat gelukt.” Lizzy en haar moeder regelden een goed bed op de slaapkamer, creëerden een systeem met een bel zodat ze hem konden helpen wanneer nodig, gaven hem Party Knaks wanneer hij wilde (“Dat was het enige wat hem nog smaakte”) en haar moeder reed Kees op een bureaustoel naar het raam voor zijn geliefde sigaret. Hij ging snel achteruit, hij sliep begin december rustig in, met zijn dochter, vrouw, familie en vrienden erbij. “We zaten in een kringetje om hem heen, ik had zijn hand vast. Hij ademde heel onregelmatig, ik riep nog net “Mama!” en toen stopte hij ineens met ademhalen. Achteraf gezien eigenlijk heel fijn.”

Een appje met een hartje

Voor de puberende Lizzy was de hele periode niet te bevatten en heel pittig. “Ik deed of er niets aan de hand was, zette een masker op. Af en toe probeerde ik iets te zeggen, maar ik vond het vervelend om anderen te belasten met mijn verhaal. Mensen ontweken me, keken me aan of ik heel zielig was. Niemand vroeg aan me hoe het met me ging. Een keer in de supermarkt zag ik de moeder van een vriendin die een ander gangpad in liep om maar niets te hoeven zeggen. Een kleine erkenning had al zoveel gedaan in die tijd. Gewoon een schouderklopje, een ‘ik denk aan je’, een appje met een hartje.” De jaren na zijn overlijden begon Lizzy pas aan de verwerking van deze periode en het verlies. “Ik vond het erg fijn met een psycholoog te praten, en ik heb er zelfs nog een boek over geschreven. Ik heb echt moeten leren om erover te praten, en in dat proces ben ik mezelf enorm tegengekomen; ik had de emoties zo opgekropt, het zat zo hoog, ik raakte in de knoop met mezelf. En nu, achteraf pas, hoor ik dat mensen niets aan mij durfden te vragen omdat ik zo gesloten was. Ik zat vast in een vicieuze cirkel.”

Inmiddels gaat het veel beter met Lizzy. Ze gaat bijna afstuderen, twijfelt over doorstuderen of toch naar het buitenland; het leven lacht haar tegemoet. En ondertussen praat ze veel over haar vader. “Ik vind het fijn om zijn verhaal levend te houden.” Afgelopen jaar liep ze samen met haar beste vriend voor Deltaplan Ameland. “Dat was heel fijn om te doen, om lotgenoten te zien en hun verhalen te horen. Eindelijk had ik echt het gevoel dat ik niet meer alleen was.”

Door het Deltaplan Alvleesklierkanker te steunen, hoopt Lizzy dat er meer onderzoek komt naar de diagnose en behandeling van deze verschrikkelijk slopende ziekte, zodat mensen in de toekomst een eerlijke kans krijgen. Help jij ook mee?

Steun het Deltaplan Alvleesklierkanker

Al 0 donateurs steunden vandaag een gezonde spijsvertering voor iedereen.

Meer ervaringsverhalen

Marc Arts is genezen van alvleesklierkanker: “Mijn leven is totaal veranderd”

Marc Arts uit Beek behoort tot een van de weinige gelukkigen in Nederland die is genezen van alvleesklierkanker.

24 april 2024

Kanker bespreekbaar maken

Sinds Brenda (53) heeft gehoord dat ze alvleesklierkanker heeft, voelt ze zich af en toe een grote roze olifant. “Ik dender de porseleinen kast in, richt ravage aan en ga weer weg. Voor iedereen om me heen is het zo heftig iedere keer, maar ik moet het vertellen.”

8 februari 2024

“De hele dag netflixen is niets voor mij”

Het is september 2021 als de nieuwste James Bond-film in première gaat: No time to die. Op die dag krijgt Pex te horen dat hij een tumor heeft in de staart van zijn alvleesklier. Op dat moment woont hij in Berlijn, waar hij werkt op de ambassade. De diagnose verandert zijn leven; hij verhuist terug naar zijn geliefde Leiden. Maar hij is er nog steeds, ‘no time to die’ werd zijn motto: “Ik blijf bezig met allerlei activiteiten, ik heb geen tijd om over een spoedig einde na te denken.”

19 december 2023

ANBI logo CBF logo Privacy Waarborg logo ANBI/RSIN nr: 007247849
Doneer